Chauffeurs begeleiden
Een rijdende camper, zo ziet Cees zijn vrachtwagen. “Ik heb hier meer luxe dan thuis.” Al heel wat kilometers heeft hij ermee gemaakt. In Nederland, maar ook daarbuiten. Al toen hij klein was wilde hij vrachtwagenchauffeur worden, maar zijn vader zag dat niet zitten. Na lange tijd kwam zijn droom toch uit. En meer. Hij werd mentorchauffeur bij DFDS en begeleidt nieuwe chauffeurs tijdens en na hun training.
Samen met vier andere mentorchauffeurs leert Cees de nieuwe chauffeurs de fijne kneepjes van het vak. “Het is heel leuk om te doen. We kijken wat er nodig is, waar heeft de nieuwe chauffeur extra hulp bij nodig? De chauffeurs komen bij ons gelijk op de auto, daar leer je het. Maar wel pas als de mentorchauffeur er vertrouwen in heeft, als wij denken dat de chauffeur er klaar voor is.”
Geduld hebben
Nieuwe chauffeurs beginnen altijd met bakwerk, dan palletwerk en vervolgens een beetje hangwerk, aldus Cees. “Met hangwerk lig je zo op de kant in de bocht. Het beweegt allemaal, je bent topzwaar. Al het gewicht hangt aan de kap. Als chauffeur moet je dat gevoel even krijgen. Ook leggen we uit hoe de koelmachine werkt en de hele verantwoording als het gaat om de hygiëne. Ook maken we ze wegwijs in de administratie van het vrachtvervoer. Als er vragen of problemen zijn, kunnen ze altijd bij mij terecht. Ik zeg altijd: je moet geduld hebben om dingen te leren. En die tijd krijgen ze hier ook. Lukt het vandaag niet, dan lukt het morgen.”
Veilig op weg
Cees vindt het fijn dat hij op een moderne wagen rijdt. “Elke twee jaar heb je een nieuwe auto van bijvoorbeeld DAF of Mercedes. Hij wordt goed onderhouden in de eigen garage. Als er iets is, kun je er altijd meteen terecht. Geen gedoe. Alle auto’s zijn mooi en netjes. Met goede stoelen, dus ook geen rugklachten. En uitgerust met de nieuwste snufjes. Zo geeft de wagen een piepje als je te dicht op je voorganger rijdt of over de witte lijn komt. Nu loopt er een proef met een oogscanner, die reageert als we langer dan drie seconden onze ogen dichtdoen of zijn afgeleid. Er klinkt dan een zoemertje dat als het ware zegt: let op de weg. Dat vind ik heel goed, vroeger was dat er niet. Het is veiliger geworden.” Ook nieuwe chauffeurs leert Cees dat ze veilig moeten rijden. “Geef familie bijvoorbeeld door dat je niet meteen kunt reageren als ze bellen. Wees verstandig en pak die telefoon niet. Je bent zo afgeleid. Niet alleen voor je eigen veiligheid, maar je gaat ook met veel geld op pad.”
Volgens Cees is DFDS een goede werkgever. “Het is een sociaal bedrijf, waar je goed wordt opgeleid. Ook kun je als internationaal chauffeur je eigen werkuren bepalen. Zo kies ik ervoor om ’s nachts te rijden, als het rustig is op de weg. Overdag sta ik dan stil en ga ik wandelen, naar zee of zelfs skiën. Je kunt klanten ook beter begeleiden, want je hebt meer tijd voor laden en lossen.” Wat vindt hij het mooiste aan zijn werk? “Dat je de seizoenen echt meemaakt, de wisselingen in de natuur. De ene week rijd je met je vracht door de sneeuw en de andere week zit je aan het zwembad. Prachtig is dat.”